Duurzaamheid ervaren op alle locaties van HARTING
Het doel is een CO2-neutrale energievoorziening en de grootst mogelijke mate van zelfvoorziening. Volgens de bedrijfsfilosofie van de HARTING Technology Group is "ecologische verantwoordelijkheid een fundamentele component van onze handelingen". In de afgelopen vier decennia is het bedrijf een interface geweest voor de wisselwerking tussen economie en ecologie.
In 1975 had het toenmalige hoofd van het bedrijf, Dietmar Harting, destijds een centrale ionenwisselaar geïnstalleerd die ervoor zou zorgen dat gebruikt spoelwater werd gerecycled uit de werkplaats voor galvaniseren. Tegen 1992 waren alle productielocaties van HARTING vrij van CFC.
In 2012 stapte het bedrijf over naar hernieuwbare energiebronnen. De Technology group exploiteert vier gecombineerde warmte- en energiecentrales met biomethaan. Drie daarvan zijn gerenoveerd tot gecombineerde koel-, warmte- en energiecentrales (CCHP). Dat betekent dat de geproduceerde thermische energie ook kan worden ingezet voor het koelen, waardoor de energie-efficiëntie bij HARTING met 20% steeg.
Tijdens de bouw van het "European Distribution Center" (EDC, geopend in 2019) bleef het bedrijf zelfs onder de strenge vereisten van de Kredit-Anstalt für Wiederaufbau (KFW 55, Kredietinstelling voor wederopbouw) met nog eens 27%. Dat werd mogelijk gemaakt door intelligent energiemanagement en een energievoorziening die werd geleverd via geothermische energie en een fotovoltaïsch systeem op het dak.
Alle investeringen van HARTING waren in het belang van klimaatbescherming en duurzaamheid. Sinds het boekjaar 2011/12 heeft het bedrijf in totaal gemiddeld ca. 18.500 ton CO2-uitstoot per jaar bespaard – door het gebruik van "groene" energie die ook zelf wordt opgewekt dankzij de investeringen in fotovoltaïsche installaties of energie-efficiënte productieprocessen.
tec.news sprak met Sven Oßenbrink, Manager Global Facility Management, over de richting en doelen met betrekking tot duurzaamheid bij HARTING.
tec.news: Wat zijn naar uw mening de belangrijkste aspecten die een bedrijf dient te adresseren om zichzelf als Duurzaam te positioneren?
S. Oßenbrink: Allereerst moeten de onderwerpen Energieoptimalisatie en Energie-efficiëntie worden onderzocht. Dat begint met procesoptimalisatie in de productie: hoe kan een productiebedrijf worden gehandhaafd dat zo min mogelijk energie verbruikt? Koelwater hoeft bijvoorbeeld niet noodzakelijkerwijs een temperatuur van 16 graden Celsius te hebben – 27 graden Celsius voldoet ook zeer goed. Voor ons speelt de warmteterugwinning uit productieprocessen ook een belangrijke rol om gebouwen te verwarmen. Onze huidige aanpak bij de uitbreiding van onze Zwitserse vestiging is bijvoorbeeld dat het gebouw volledig wordt ingericht zonder verwarming.
tec.news: Energie-efficiëntie is het toverwoord. Wat vindt u van de kwestie van balancering van de piekbelasting in de productie?
S. Oßenbrink: Een continue basisbelasting speelt als centraal punt niet zo'n grote rol. Hier kunnen besparingen simpelweg worden bereikt door "klein" te denken: zijn de lampen of de machines uitgeschakeld in tijden dat de productie stilligt? Wij richten ons op vele manieren op energie-efficiëntie en energieoptimalisatie. Bij conversies of nieuwe versies maken wij zoveel mogelijk gebruik van GWP-neutrale materialen. Het European Distribution Center (EDC) dat eerder werd genoemd, is nog steeds een geldig en perfect voorbeeld van een energie-efficiënt gebouw en van het efficiënte gebruik van energie. In de toekomst blijven wij ons focussen op CO2-neutrale constructiemethoden.
tec.news: Hoe denkt u anderzijds over energieopwekking en energieverbruik?
S. Oßenbrink: Ten eerste, op een internationaal niveau streven wij naar het gebruik van alle dakoppervlakten voor fotovoltaïsche systemen – maar dat is alleen mogelijk, als het dak voldoende belastbaar is. Ten tweede maken wij gebruik van gecombineerde warmte- en energiecentrales voor het opwekken van energie en warmte en – voor onze locatie in Duitsland – gebruiken wij ook door waterkracht opgewekte elektriciteit. Die kopen wij in. Daarnaast hebben wij steeds meer elektrische voertuigen in ons wagenpark. En momenteel plannen wij een oplaadinfrastructuur voor iedere locatie. Bij compressorstations vervangen wij oude compressoren door nieuwe modellen die warmteterugwinning toestaan – en bovendien maken wij gebruik van de resulterende afvalwarmte.
tec.news: Welk soort andere optimalisaties kunnen wij in de toekomst verwachten?
S. Oßenbrink: Wij kijken naar de mogelijkheid om accucontainers te bouwen en hebben het voornemen om tussenliggende technologieën te gebruiken om de voorzienings- en productieveiligheid in onze fabrieken te verzekeren. Eén ding is immers zeker: een complete noodvoorraad op basis van elektrische accumulatoren is – momenteel – niet haalbaar. Daarom dienen wij LPG in te kopen. Naast al deze zaken en maatregelen blijft de consequente bewaking de belangrijkste prioriteit: de permanente bewaking van kengetallen is een belangrijk hulpmiddel om de efficiëntie te verbeteren. Dan vinden wij een betere energiebalans en identificeren "uitschieters".